Uitvinder, verzetsheld, natuurbeschermer. burgemeester, boer, architect, multimiljonair, weldoener en bovenal der bedenker van der pastis, het aperitief van het zuiden. Het leven van Paul Ricard leest als een avonturenroman. In dit verhaal volgt u zijn spoor door de Provence.
Eigenlijk te laat in de middag heb ik, vergezeld door een zwoele zeebries, vanuit Bandol de overtocht gemaakt naar Île de Bendor. Op het tafeltje voor me tinkelen ijsklontjes in een glas pastis. Ricard uiteraard. Bootjes varen voorbij. Ze zijn op de terugweg naar de haven of zoeken een plaats om het anker uit te gooien voor de nacht. Bendor is één van de eilanden van Paul Ricard. Hij kocht ze toen niemand ze wilde hebben. Bedoeld om er zelf vakantie te vieren, later om vrienden te ontvangen en uiteindelijk om reizigers kennis te laten maken met kunst (Bendor) of mediterrane natuur (Embiez).
Ik nip aan de pastis en sla het boek open dat voor me ligt. Een biografie over het leven van Ricard die leest als een avonturenroman (foto 1, onder het artikel). Van zijn geboorte in het dorpje Sainte-Marthe bij Marseille tot aan zijn dood in Signes. Hij leefde duizend levens. Als ik opkijk zie ik hoe de lucht roze kleurt boven een glinsterende zee (foto 2, onder het artikel).
Het is een mooie dag geweest. Ik ben die ochtend begonnen in de Camargue met een bezoek aan het Domaine Méjanes, de boerderij van de familie Ricard. Gelegen tussen zoutpannen, grasland en rijstvelden. Méjanes vertelt alles over het karakter van le patron, zoals Paul Ricard liefkozend werd genoemd. Voor veel Fransen is het nog altijd een legendarisch verhaal (Foto 3, onderaan het artikel).
Het ontstaan van Domaine Méjanes is een bijzonder verhaal. In ’t kort: toen alcohol tijdens de Tweede Wereldoorlog werd verboden, bedacht Ricard een list om het personeel van zijn pastisfabriek aan het werk te houden. Op een afgelegen plek begon hij een boerderij waar hij een schuilplaats bood aan zijn werknemers die anders naar de Duitse Arbeitseinsatz
zouden worden gestuurd. Niet één werknemer verloor zijn baan. Alcohol stoken deed Ricard vervolgens stiekem. Om de auto’s van het verzet op te laten rijden.
Het wordt langzaam donker. De lichtjes van Bandol fonkelen aan de overkant van het water. Eén voor één komen de sterren tevoorschijn rond een volmaakte halvemaan. Zoals het hoort is mijn glas pastis pas half leeg. Het is een avond zoals Paul Ricard er hier zelf tientallen moet hebben beleefd. Op Bendor ontving hij vips zoals de Russische kosmonaut Yuri Gagarin, kunstenaar Salvador Dali en chansonnier Gilbert Bécaud.
Het staat in schril contrast met de plek waar Ricard werd geboren: het dorp Sainte-Marthe, ondertussen door Marseille opgeslokt. Met enige moeite kon ik er de oorspronkelijke Ricard-fabriek terugvinden. Verbouwd, vergroot, gemoderniseerd, maar nog altijd aan de Rue de Berthelot. De kenmerkende gele letters op het dak (Foto 4, onderaan het artikel).
Als de pastis staat voor Zuid-Frans genieten, dan doet de route naar Île de Bendor daar nog een passend schepje bovenop. Hoe mooi wil je het hebben? Eenmaal voorbij Marseille – waar Ricard in de beginjaren van café naar café trok om in hoogsteigen persoon zijn nieuwe drank aan te prijzen – keerde de rust terug en lunchte ik op een droomplek: de Calanque de Sormiou met z’n witte strand omarmd door ruige kustlijn (Foto 5, zie onderaan het artikel).
Daarna daalde ik af naar het sfeervolle Cassis voor koffie aan de beschutte haven, gevolgd door de zeventien kilometer lange Route de Crêtes. Als een balkon boven zee. Klimmend en dalend van het ene naar het andere mooie panorama. Langs steile kliffen, diepe baaien, rotsformaties en haarspeldbochten naar de Cap de Canaille.
Via het vaak wat onderschatte La Ciotat - lekker authentiek - , Saint-Cyr-sur- Mer en heuvels vol wijnvelden, bereikte ik de haven van Bandol voor de overtocht naar waar ik nu ben, het privé-eiland van Ricard. De nacht is er definitief gevallen, mijn glas is leeg. Op mijn stijlvolle kamer zet ik het raam open. Een milde bries van de Middellandse Zee kust me teder in slaap.
Ochtendwandeling over het kleine eiland. Terwijl de wereld nauwelijks is ontwaakt, slenter ik langs strand, klif en kunstwerken. Het museum met affiches en ander reclamemateriaal, waar Ricard een deel van het succes aan dankt, is helaas nog gesloten. Le patron tekende zelf de eerste logo’s in zonnige gele letters en ontwierp de eerste zandstenen kruik. Ricard had gevoel voor publiciteit, met een stunt tijdens de oliecrisis in 1956 als voorbeeld. Toe de cafés aan de Champs-Elysées zonder drank dreigden te komen arriveerde er een karavaan met kamelen van Ricard, die natuurlijk de voorpagina’s haalde. Een kleine ferry brengt me terug aan de wal. In Bandol is het leven weer op gang gekomen. Over de kade aan zee flaneren goed geklede dames en heren, op het Plager Central worden de eerste handdoeken gelegd en in het haventje varen de jachten uit voor een dagje “grand blue”.
In het schattige Sanary-sur-Mer maak ik een ronde dor het oude centrum vol leuke winkels en cafés. Aan de trappen van de Église Saint Nazaire drink ik koffie met een kunstwerkje van chocolade erbij van de patissier Matyasy. Een fijne plek onder de palmbomen, de vissersbootjes dobberend op het water. In de verte ligt Île des Embiez. Gekocht in 1958 en uitgebouwd tot een weelderig vakantieparadijs. Paul Ricard realiseerde zich echter al vroeg dat de natuur beschermd moest worden. Op en onder de zeespiegel. Het is ook de plek waar Ricard na zijn overlijden in 1997 werd begraven. Pech. De firma Ricard houdt die dag een conferentie op het eiland waardoor het veerbootje voor buitenstaanders verboden is. Het graf van de uitvinder van de pastis moet ik dus aan me voorbij laten gaan.
De traditie van een aperitief op basis van anijs gaat in Zuid-Franrijk terug tot in de 19e-eeuw. Er waren tal van recepten en verschillende cafés hadden ieder hun eigen specialiteit. Zoals op meer plaatsen in Europa groeide absint begin 20-ste eeuw uit tot de populairste Maar toen de drank tijdens de Eerste Wereldoorlog werd verboden, moesten de fabrikanten op zoek naar een alternatief. Ricard bedacht een anijsdrank zonder deze officieel pastis te noemen. Dat deed hij pas toen hij in de jaren twintig zijn illegale Ricard, le vrai pastis de Marseille, bedacht op basis van koriander, kamille, citroenkruid, zoethout en steranijs Deze pastis wordt in 1932 gelegaliseerd. Er zijn momenteel drie toonaangevende merken Ricard, Pernod en Pastis 51. Daarnaast kun je in het Maison de Pastis in Marseille nog ruim 70 kleine pastissoorten kopen en proeven .Een glas petit jaune bereid je volgens beproefd recept: pastis, vijf keer zoveel ijskoud water toevoegen, goed mengen en tot slot de ijsklontjes erbij. Langzaam drinken, liefst vergezeld van een goed sterk verhaal!
Via het schiereiland Giens en het klassieke Hyères , waar het toerisme aan de Côte d’Ázur begon, rijd ik landinwaarts. De Gorges de Oullioules voeren naar Signes, een dorpje uit het plaatjesboek met een mairie, dorpscafé en straat vol oude huisjes. Even daarbuiten, op een bergtop in het Sainte-Baume massief, woonde Ricard nadat hij zich uit het bedrijf had terug getrokken. Nee, natuurlijk kon hij er niet stilzitten.
Hij bouwde een vliegveld, een racecircuit, werd tussendoor burgemeester en maakte ruzie met alles en iedereen die niet snel genoeg vooruit wilde. Aan het eind van de dag zoek ik een plekje op het kleine Place Saint-Jean. Onder een reusachtige plataan bestel ik een glas pastis, Ricard uiteraard. Ik pak het boek er weer bij, blader door de pagina’s die ik de afgelopen dagen heb gelezen en voel een leven door mijn vingers glijden. Hoe hij zijn dromen heeft nagejaagd, zijn personeel liet meedelen in de successen, zijn leven riskeerde tijdens de oorlog, elke tegenslag in een kans vertaalde en hoe hij het voortdurend aan de stok had met de trage overheid. “Als het aan jullie lag was de Eiffeltoren nooit gebouwd omdat hij te hoog, te breed of te lelijk zou zijn”. Uit de panden klinken huiselijke geluiden, kinderstemmen galmen door de smalle straten en op de achtergrond zingen de krekels. De avond is nog lang. Mijn glas pastis nog halfvol.
Dit verhaal is met toestemming van de auteur “Hans Avontuur” en het magazine “Leven in Frankrijk” overgenomen uit de editie zomer 2018 nr. 4.
Meer weten over het magazine “Leven in Frankrijk? Klik dan op deze link.